Als in augustus 1914 de eerste Wereldoorlog uitbreekt, trek een piepjonge Herman Deneweth als soldaat va het tweede linieregiment ten strijde. Hij is pas zeventien jaar oud en zal de jongste Belgische officier ooit worden.
Herman krijgt zijn vuurdoop tijdens de verschrikkelijke veldslag bij Sint-Margriete-Houtem, maakt de val van Antwerpen en de aftocht van het Belgische leger mee en beland in oktober 1914 in de loopgrachten aan de IJzer, ‘bachten de Kupe’.
Onze jonge Meulebekenaar, die door zijn moed en strijdlust snel tot de graad van onderluitenant zal opklimmen, brengt twee jaar aan het IJzerfront door en vecht er vol overgave ‘voor God en Vaderland’. Tot die fatale 20 juli 1916.
15 euro – rijk geïllustreerd –